- Vereniging
- Wij Zijn LDODK
Wij Zijn LDODK: Jan Piepers
- Datum
- Auteur
- Nynke de Vos
Zonder vrijwilligers, geen LDODK. In de rubriek Wij Zijn LDODK vragen we vrijwilligers welke functie ze bekleden en wat ze daar zo leuk aan vinden. Deze keer: Jan Piepers. Sportman in hart en nieren en onze fanatieke begeleider van jeugdtrainers. "Ik sta voor iedereen klaar die hulp nodig heeft bij het geven van de trainingen."
/)
En dat doet Jan vooral door veel complimentjes te maken. “Het zijn allemaal vrijwilligers. Ze staan er omdat ze het leuk vinden om te doen. Afkraken is totaal niet aan de orde.”
Wel doet hij er alles aan om ze wat te leren. Hoe staan ze voor de groep? Hoe gaan ze met de kinderen om? Welke oefenstof gebruiken ze? Welke technische aanwijzingen geven ze de groep? Jan observeert en geeft daarna gerichte tips. “Ik houd er niet van om mensen te zeggen wat ze fout doen. Liever zeg ik hoe ze het nog beter kunnen doen.”
De coaching die hij de jeugdtrainers geeft is altijd individueel en sluit daarom perfect op wat de trainer op dat moment nodig heeft. Elke woensdag- en vrijdagmiddag is Jan aanwezig om te observeren en in te springen waar nodig. “Iedereen kan me dan, of op een ander moment natuurlijk, vragen om hulp.”
De coaching die hij geeft aan de jeugdtrainers is niet alleen op technisch vlak. “Soms zit het hem ook in de motivatie, of hoe je ervoor zorgt dat een groep goed met elkaar omgaat.” Want ook daarin heeft volgens Jan de trainer een grote rol. “Hoe je iets aanbiedt, hoe je met bepaalde dingen die spelen in het team omgaat, hoeveel variatie je trainingen bevatten. Het zijn allemaal dingen die bijdragen aan hoe een groep zich onder jouw leiding gedraagt.”
Sportman in hart en nieren
Jan weet als geen ander wat hij doet. Vroeger was hij sportinstructeur bij de landmacht en docent voor de KNKV. Vanaf zijn 17de is sporten een groot onderdeel van zijn bestaan. Op zijn 55ste ging hij met vervroegd pensioen. “Functioneel leeftijdsontslag heette dat toen. Daar heb ik gelijk gebruik van gemaakt.” Een tijd waar Jan met veel dankbaarheid op terugkijkt.
Vanaf zijn 22ste geeft Jan zelf training. En dat blijft niet alleen bij korfbal. Ook gaf hij lessen in gymnastiek, zwemmen, handbal, volleybal, skiën en atletiek. Tot zijn 70ste bleef hij nog structureel korfbaltraining geven. Toen begon hij bij zijn club in Drachten andere dingen te doen. In die tijd kwam hij terecht in Sneek, daar werd hij gevraagd jeugdtrainers bij te scholen. Al snel kwam ook LDODK om de hoek met dezelfde vraag, de rest is geschiedenis. En hoewel Jan ooit de beslissing maakte te stoppen met training geven, heeft hij ook nu, op 77-jarige leeftijd, toch nog een team bij KV Lintjo onder zijn hoede. Bloed kruipt waar het niet gaan kan.
Jeugdtrainers sturing geven
Daarnaast organiseert hij bij LDODK samen met Dick gezamenlijke bijeenkomsten voor de jeugdtrainers. “In die bijeenkomsten geven we ze sturing en een bepaald doel om aan te werken. We maken afspraken en bespreken waar we de komende tijd aan gaan werken. Door dit gezamenlijk te doen proberen we hier wat lijn in te krijgen.”
Jan is van mening dat de jeugd breed opgeleid moet worden. “Niet alleen maar specifiek dat korfbalgedrag.” Onder korfbalgedrag verstaat Jan het met je handen werken. Het gooien, vangen, passen. Dus korte afstanden, lange afstanden, schottechnieken. Benen zijn net zo belangrijk, vindt hij. En dan vooral hoe handen en benen samenwerken. “Zoals een doorloopbal met de hinkstap. Of bij het schot een stap achteruit maken. Daar heb je een goede coördinatie voor nodig. En daar heb ik genoeg trucjes voor om dat aan te leren.”
Liefde voor de korfbalsport
Korfbal is het mooiste wat er is volgens Jan. “In korfballen zit zoveel. Een voetballer moet je niet laten korfballen. Maar een korfballer kan wel voetballen.” Binnen no time, zegt Jan. Want korfballers lopen beter vrij, verdedigen beter, en zijn beter in sprinten en aanzetten. “Het enige wat ze dan nog moeten leren is hoe ze die bal een goede trap kunnen geven.”
Goed opleiden is belangrijk
Want als je goede techniek leert in je jeugd, dan kan je je leven lang een balletje blijven gooien, vindt Jan. “Kijk maar naar mij. Natuurlijk gaat het tempo eruit, maar dat is een andere zaak. Met de bal omgaan kan je met een goede techniek nog steeds. Ik doe nog steeds vaak en graag trucjes met de bal.” En daarom blijft Jan zolang het kan zich altijd bezighouden met het opleiden van nieuwe generaties. “Ik kan mijn passie voor sport erin kwijt. En ik heb tijd, die spendeer ik graag hier bij LDODK.” Daarnaast haalt Jan veel plezier uit het zien groeien van andere mensen. “Vroeger deed ik het als werk. Nu doe ik dat lekker op een ontspannen manier. Dat maakt het nóg leuker.”